In Memoriam Jan de Kruijff 1931 - 2022
Jan leerde ik kennen toen ik in 1974 voor Radio Bulletin meeging op een perstrip naar Ortofon in Kopenhagen: ze hadden daar nieuwe luidsprekers en dat moest aan de grote klok worden gehangen. Nee, nooit meer iets van gehoord... Sindsdien trokken we heel vaak samen op en deden projecten samen omdat we ondanks alle verschillen één ding gemeen hadden: we schreven voor de lezer en niet voor de adverteerder. We waren een uitzondering en uiteraard leverde dit voortdurend controverses en ellende op met zowel adverteerders als uitgevers.
Gedenkwaardig was een demo bij Dual in het Schwarzwald. De hele Dual directie was aanwezig en Jan, Jan Kool, Hans Goddijn en ik. Bij de presentatie van de Dual luidsprekers – een regelrechte ramp – was de voordracht zonder meer tenenkrommend, het glazuur sprong van je tanden. Na zo'n kwartier waarin we elkaar aankeken en ook de directie het klamme zweet uitbrak, stond Jan op en veegde de man vlekkeloos in zijn eigen dialect de mantel uit. Jan kende alle dialecten: hij was getrouwd met Annemiek, zij was een Zwitserse en Jan had een talenknobbel. Bovendien had hij gestudeerd in Wenen en vaak in Zwitserland verbleven...
Nadat vorig jaar zijn vrouw Annemiek was overleden, kwam in april het bericht dat Jan was ingeslapen, 90 jaar oud en nog steeds productief. Hoewel het contact was verwaterd, sprak ik hem een paar weken ervoor nog. Zal ze beide missen en hoop dat zijn website – hangt ook aan deze, zie bij “Muziek” – blijft bestaan met een enorme hoeveelheid besprekingen die altijd de moeite waard blijven.
Jan was zonder enige twijfel de best geïnformeerde muziekjournalist van Nederland en omstreken en kende de gehele fonografie als zijn broekzak. Hij had ook een historisch besef dat helaas in de gecommercialiseerde muziekwereld totaal ontbreekt. Grote namen worden vergeten en wat ervoor in de plaats komt is lang niet altijd van hetzelfde niveau. Jan’s besprekingen zijn ondanks soms terechte kritiek, daarin nog steeds een betere leiddraad. Ik zal ze beide zeer missen en een echte opvolger met die kennis en dat overzicht is er niet.
Armand van Ommeren
Over Jan de Kruijff door Tjako Fennema
Jan de Kruijff, legendarisch als veelschrijvende musicograaf. Hij zou in zijn schrijversbestaan tot op de laatste dag letterlijk karrevrachten kopij produceren. Een man met een niet te stuiten schrijfenergie. Begin jaren '60 leerde ik hem bij naam kennen; hij was toen hoofdredacteur van het klassieke muziek tijdschrift “Disk”. Ik kon niet vermoeden dat ik hem nadien menigmaal zou opzoeken in zijn woning in Leusden. De 13 meter lange woonkamerwand aldaar stond van linksonder tot rechtsboven vol met in strak gelid gerangschikte langspeelplaten: dui-zen-den. Disk was toen de grote tegenhanger van Luister, waar de gezaghebbende audioredacteur Jan Kool de scepter zwaaide. Het waren de hoogtijjaren van fonografie en hifi en beide bladen kenden een relatief grote lezerskring die de pagina's spelden. Jan, een natuurtalent als schrijver, was opgekweekt als hoboïst zowel als technicus; een ongeval maakte een einde aan zijn carière als hoboïst, maar maakte hem bijkans ideaal voor deze functie.
Recenseren van apparatuur en muziekuitvoeringen
Wat betreft de apparatuurrecensies wist Jan zich verzekerd van de steun van Ir. Han (TU Delft). Dat droeg bij aan de wetenschappelijke onderbouwing van de audiorecensies in Disk met grafieken, polaire diagrammen, dubbelblind testen en tabellen, allemaal zaken waarvan de audiowereld van toen weinig weet had. Recensies in Disk waren veelal kritischer en in fellere bewoordingen dan die in Luister en dat bracht De Kruijff menigmaal in conflict met audio-importeurs en platenmaatschappijen. Dan werd hij – om een boycot van zowel advertenties als recensiemateriaal te voorkomen – samen met de uitgever op het matje geroepen om de klagende partij te masseren. Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik hem vanuit mijn toenmalige functie ooit – zij het kortstondig – ook op de zwarte lijst plaatste. Het was bij mijn weten ook een van de redenen dat Jan – steevast herkenbaar aan zijn geruite hemd – nimmer voor de jury van de klassieke Edison werd gevraagd. Maar gelukkig vond hij in zijn schrijversbestaan menig alternatief tot en met verschillende correspondentschappen van buitenlandse muziekmagazines toe.
Vergelijkende discografieën
Fameus waren zijn vergelijkende discografieën waarbij een twintigtal uitvoeringen van één en hetzelfde werk uitputtend werd beschreven. Immense klussen, dat las je er zó vanaf en hij produceerde door de decennia honderden van die vergelijkingen.
Knarsend stemmenweefsel
Ooit hoorde ik in de auto het op zondagmiddag uitgezonden muziekprogramma Discotabel, waarin een pregnant klinkend stemmenviertal vervolgens jarenlang mijn nieuwsgierigheid prikkelde en me menige grijns ontlokte. Eentje nasaal (JdK), de andere glasbrekend-nadrukkelijk (de zangeres Erna Spoorenberg), de derde zwoel en witty (Jan-Willem Hofstra) en de alles doorziende Guus Feist (Wereldomroep) met als gespreksleider de vileine Menno Feenstra, door wijlen Martin van Amerongen ooit schertsend afgedaan als 'Feno Meenstra', die als presentator alle tricks of the trade kende. Het was afwisselend een genot en een ergernis om naar die muzikale allesweters te luisteren. Jan-Willem Hofstra en De Kruijff kenden elkaar via het weekblad Elsevier: een slangenkuil volgens JdK, waar hij vele jaren voor zou schrijven. Hij introduceerde het begrip ‘muziekconserven' en kreeg het met de Nederlandse tak van Deutsche Grammophon aan de stok toen hij een parallel trok tussen de uitbundige uitbrengpolitiek van DGG enerzijds en de schuttingreclame langs de spoorlijn Amsterdam-Haarlem anderzijds: 'Ooit een kist, krat of vat van de Phoenix gehad?' DGG had sowieso moeite met hem omdat hun lp's in kleverige binnenhoezen waren verpakt wat menigmaal in ‘spekbakkerijgeluiden' resulteerde, aldus De Kruijff. Hij had gelijk!

Jan de Kruiiff (krantenfoto uit begin jaren '80)
Leven van de pen
Met schrijfwerk een gezinsinkomen vergaren, lukt in ons land amper. Dus werden menigmaal creatieve oplossingen gezocht om daarin te voorzien. Het schrijven van hoesteksten was profijtelijk en ik herinner me ook bijeenkomsten waar de najaarsreleases aan de vakpers werden voorgesteld. De nieuw uitgekomen lp's lagen op stapeltjes gereed. Recensent X zei: “Ik schrijf voor 5 media” en pakte van elke titel 5 exemplaren mee. Vier stuks doken dan enkele dagen later in de schappen van Concerto of Theo Vilters op. Maar niet Jan de Kruijff. Hij toonde mij ooit uit zijn archief 43 lp's met de Symphonie Fantastique van Berlioz. Noodzakelijk, zo zei hij, vanwege de vergelijkende discografieën. Maar Jan wist van geen ophouden. Hij publiceerde zes boeken, “Spraakmakende Musici”: doorwrocht geschreven interviews met musici wereldwijd.
Docent
Toen eind jaren '80 de belangstelling voor apparatuur en muziekrecensies begon te tanen, raakte De Kruijff gedurende 16 jaar als docent betrokken bij de muziekregistratiefaculteit van het Koninklijk conservatorium in Den Haag waar ook Adriaan Verstijnen, fameus opnameleider van het Harlekijnlabel, les gaf.

Op vergevorderde leeftijd nog steeds bezeten van muziek